De menstruatiecyclus is verdeeld in vier fasen: de menstruatie/bloedingsfase (dag 1-5), de folliculaire fase (dag 1-13), de ovulatie (ongeveer dag 14) en de luteale fase (dag 14-28).

De folliculaire fase is de eerste helft van de menstruatiecyclus. De hypofyse scheidt het hormoon FSH (follikelstimulerend hormoon) af en geeft zo het seintje naar je eierstokken om te beginnen met het produceren en rijpen van de follikels ter voorbereiding op de ovulatie. Deze rijpende follikels scheiden geleidelijk meer en meer oestrogeen af, wat, zodra het een bepaald niveau bereikt, de boodschap stuurt naar je hypofyse om LH (luteïniserend hormoon) af te geven, dit wordt afgescheiden gedurende 24-36 uur en zorgt ervoor dat je gaat ovuleren.

De fase van je cyclus na de ovulatie wordt de luteale fase genoemd, deze duurt meestal rond de 14 dagen. Na de ovulatie, scheidt het gebarsten follikel (het gele lichaam) het hormoon progesteron. Progesteron is een thermogeen hormoon, wat betekent dat het invloed heeft op de temperatuur regulerende centra van de hypothalamus. Progesteron is een ongelooflijk belangrijk hormoon voor het behoud van het baarmoederslijmvlies voor zwangerschap. We meten de stijging van het hormoon progesteron na de eisprong. Wanneer het progesteron daalt na het afbreken van het zogenaamde 'gele lichaam' in de eierstok, wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken. Dit veroorzaakt de menstruatie.